Is de overheid gehouden burgers financieel te compenseren wanneer belastingprocedures veel te lang duren en zo ja, welke regels gelden voor deze compensatie?
Ons rechtssysteem kent grofweg twee mogelijkheden voor financiële compensatie. Ten eerste kan een belastingplichtige de Belastingdienst in gebreke stellen wanneer de Belastingdienst niet tijdig beslist op een aanvraag (artikel 4:17 Algemene wet bestuursrecht). Wanneer de Belastingdienst niet binnen twee weken na de ingebrekestelling alsnog een beslissing neemt, is de Belastingdienst gehouden per dag een dwangsom te betalen tot een maximum van in totaal € 1.260. De Belastingdienst kan de ingebrekestelling stuiten door een beslissing te nemen op de aanvraag.
De Hoge Raad heeft op 26 januari 2018 een arrest gewezen over de vraag of een onzorgvuldig tot stand gekomen beslissing ook de ingebrekestelling stuit (ECLI:NL:HR:2018:96). De Hoge Raad meent van wel. Jan Willem Bosman heeft deze uitspraak becommentarieerd in het Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht van 8 februari 2018 (NTFR 2018/328).
Ten tweede kunnen burgers verzoeken om een schadevergoeding wegens immateriële schade vanwege de lange wachttijd van een procedure. Een voorbeeld van een zaak waarin dit speelde, is het vonnis van 8 februari 2018 van de rechtbank Noord Nederland (ECLI:NL:RBNNE:2017:3736). Het commentaar van Jan Willem bij dit vonnis is gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht van 5 april 2018 (NTFR 2018/806).
Meer weten? Bel gerust kantoor voor overleg in uw situatie.