Wanneer en onder welke voorwaarden mag de fiscus een belanghebbende het hemd van het lijf vragen om na te gaan of hij belastingplichtig is in Nederland? Die kwestie staat centraal in drie recente arresten van de belastingkamer van de Hoge Raad (klik hier voor het inzien van de arresten). Op 1 mei 2020 verschijnt mijn commentaar bij deze arresten in het Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht.
De arresten zijn vernieuwend omdat de Hoge Raad hier voor het eerst de werking van het evenredigheidsbeginsel expliciet benoemt en bespreekt in verband met informatieplichten van belanghebbenden ingevolge de Algemene wet inzake rijksbelastingen. De zaken hebben betrekking op woonplaats- c.q. vestigingsplaatsonderzoeken van de fiscus welke uitmondden in informatiebeschikkingen die werden betwist door de belanghebbenden. De arresten volgen op drie uitgebreide conclusies van A-G IJzerman.
In het commentaar ga ik in op de uitleg van het evenredigheidsbeginsel door de Hoge Raad, de maatstaven die de rechter hanteert om informatieverzoeken van de fiscus te toetsen en de praktische toepassing van deze rechtspraak. Benieuwd naar het commentaar of behoefte aan overleg in een specifieke situatie? Neem gerust contact op met kantoor.